Zoomsessie op 5 oktober 2020
Deelnemers
(19) Anton, Ronald, Emile, Theo, Hans R., Paul, Krijn, Jules, Bert T., Carel, Rijn v.d.K., Jan, Hans S., Frans & Bart, Piet, Ger & Rijn G., Evert.
Algemeen:
- Anton was bij de begrafenis van Jan van Broeckhuijsen en heeft daar kort gesproken.
- Bert Disser wordt geluk gewenst met zijn verjaardag.
- De familie van Willem Quaak heeft een dankbetuiging gestuurd voor onze condoleance bij zijn overlijden.
- Allen wordt verzocht de enquête over het bijeenkomen in corona-tijd in te vullen.
- Op voorstel van Evert start een zoombijeenkomst voortaan om 13.00 uur.
Evert kan op korte termijn een zoomlezing houden d.m.v. een recyclage van zijn vorige presentaties..
Presentatie door Ronald de Groot
-
Denemarken hief tussen 1420 en 1857 vanuit kasteel Kronborg in Helsingør tol op de scheepvaart naar de Oostzee. Tussen 1497 en 1857 waren er 1,7 miljoen doorvaarten; de helft van de Sontschippers kwam uit Nederland. In 1857 werd de tolheffing afgekocht door verdragen met andere landen.
-
De tol bedroeg 1 à 2% van de ladingwaarde, verhoogd met vuur- en bakengeld. De tol werd betaald door de handelshuizen via hun commissaris in Helsingør.
-
Ronald ging de Sontpassages van zijn voorouders na (Jacob Jacobszoon de Groot, 1727-1775). De tocht Amsterdam-Estland duurde 2 tot 4 weken. Was de waarde van een schip 5000 fl, de waarde van de lading was vaak 40.000 fl.
-
Ook in de bestemmingshaven moest soms tol worden betaald, bijv. in Pernau. Als de schipper ook eigen lading had, moest hij daarover in Pernau tol betalen (niet bij de Sont); voor ballast was nergens tol verschuldigd.
-
De Nederlandse kranten hielden de vaarbewegingen en de scheepsongevallen bij en publiceerden advertenties over scheepsaandelen (‘partenrederij’) waarbij de namen van schip en schipper werden vermeld.
Auteur: Emile Verviers